Made with racontr.com
alt

Het  land  van  de Witte  Dood


Toen Ivan Lukin in de zomer van 1933 in Magadan arriveerde waren de bergtoppen rond de baai nog bedekt met sneeuw. "Wij waren pioniers,' zegt hij trots, 86 jaar oud, vief en haarscherp, de borst behangen met de hoogste sovjet‑onderscheidingen. 

'Wij hebben dit land met onze blote handen opgebouwd.' 


'Er stonden vijf grote tenten op het strand tussen de lariksbomen. Verder was er niets, behalve een hoop enthousiasme en vastberadenheid. Nu wonen er 160.000 mensen in Magadan,' zegt Ivan Lukin voldaan. 

In 1928 hadden geologen goud ontdekt in de bergen rond de Kolyma‑ rivier in een woest en vijandig landschap waar slechts een enkele herder met zijn kudde rendieren leefde. Lukin vertrok met een groep van honderd vrijwilligers en veertig gevangenen naar Srednikan om een goudraffinaderij te bouwen, vijfhonderd kilometer en 22 dagen lopend over een pad dat zij zelf moesten banen. 'Toen we arriveerden zette de vorst in, het was reeds eind augustus. Het vroor al 50 graden toen de daken nog niet op de houten huizen zaten. Ze hadden ons voedsel beloofd maar de hondenslee arriveerde zelden of nooit. Het was zwaar maar uitdagend werk,' zegt hij en hij laat de Lenin‑ orde zien die hij voor zijn pionierswerk kreeg.

 

alt

Na anderhalf jaar was de raffinaderij klaar en begonnen de schepen met gevangenen in Magadan te arriveren. Eindeloze colonnes slecht geklede en ondervoede gevangenen waadden door het ijskoude water aan land. Zij moesten hun eigen barakken bouwen, en de wachttorens rond de kampen die op de hoge rotswanden rond de baai verrezen, en later toen de barakken gereed waren, werden ze het land in gestuurd, het moeras in, en de bergen in om een weg aan te leggen naar de goudvelden van Srednikan. En er kwamen er steeds meer toen bleek dat iedere vallei en iedere kreek goud bevatte, en tin, uranium, wolfraam.

'Wij leefden als één familie'

We noemden de boten 'dubbeldekkers', zegt Lukin. 'De gevangenen zaten opeengepakt als vee. De eerste gevangenen kwamen uit Leningrad, architecten, bouwmeesters, echte artiesten. Ze ontwierpen en bouwden de stad. In de eerste jaren was het leven goed,' zegt hij. 'Wij, de vrijwilligers en de gevangenen, leefden als één familie, we werkten onder dezelfde omstandigheden, we aten hetzelfde voedsel, we kregen hetzelfde loon. Soms mochten de gevangenen zelfs hun familie meebrengen, en in de stad wonen.  

Volledige documentaire

Maar in 1937 veranderde het allemaal.' Hij praat liever niet over de periode die volgde, over de Grote Terreur die de Sovjet‑ unie in haar greep hield, toen de gevangenen opgesloten werden in  concentratiekampen en begonnen te sterven als vliegen. Hij sprak, na 1937, nooit meer met de gevangenen. "Dat was verboden,' zegt hij. 'Het waren ten slotte politieke gevangenen, vijanden van het volk. Ze leefden onder moeilijke omstandigheden,' geeft hij toe.


'Maar wij, de vrijwilligers hadden het ook zwaar. We moesten het land opbouwen. Er was niets toen wij hier kwamen, geen wegen, geen huizen, geen voedsel, helemaal niets. En we hebben het land gered. Met het goud van de Kolyma hebben wij de wapens kunnen kopen om de Grote Vaderlandse oorlog te winnen. Ik heb de Goelag Archipel van Solzjenitsyn gelezen,' zegt hij. 'De haat straalt van iedere bladzijde af. Hij blijft ons leven maar bekritiseren.' Hij schudt zijn oude hoofd over zo veel haat. 'Ik zou, als ik de kans kreeg, het niet anders doen.'  

alt
alt

Lees  het  Volledige  Artikel

alt
alt